Met een overstag draait de boot van een aandewindse koers tot in de wind (oploeven) om vervolgens door te draaien (afvallen) tot de boot weer op een aandewindse koers vaart. De wind valt nu vanaf de andere kant in de zeilen, de boot is van een stuurboord slag naar een bakboord slag gegaan of andersom.
Overstag is het tegenovergestelde van gijpen.