(Engels: Outhaul) wordt gebruikt om de bolling in het grootzeil te veranderen. De onderlijkstrekker zit bij open bootjes aan het einde van de giek en grijpt zich daar aan het zeil. Door hem strakker te trekken verminder je de bolling.
Bij grotere schepen (vanaf 25 voet) gaat de onderlijkstrekker vrijwel altijd vanaf de schoothoek van het zeil de giek in, loopt dan naar voren (richting de mast), en komt via een paar blokken bij de kuip uit, waar je hem kunt bedienen.