Wanneer een boot continu de neiging heeft om op de loeven dan is hij loefgierig. De loefgierigheid wordt voornamelijk bepaald door de druk in het grootzeil en de helling van de boot. Door de druk te verminderen door een rif of door het verminderen van de bolling wordt de boot minder loefgierig. Om te zorgen dat een boot niet te loefgierig is moet er een balans zijn tussen grootzeil en fok/genua. Je moet dus niet de fok weghalen terwijl je met een vol grootzeil doorzeilt.