De Drommedaris een bijzonder gebouw met een bijzondere geschiedenis
Een gebouw met een verleden, een heden maar zeker ook een toekomst. Van vestingtoren tot bruisend Cultureel Centrum, eeuwenlang is er een rol in het leven van de Enkhuizers vastgelegd voor de Drom
De vroegere Zuiden- of Ketenpoort is de zuidelijke toegangspoort van de stad bij de ingang van de Oude Haven. De benaming Ketenpoort verwijst naar de zoutketens (ten zuiden van de stad langs de Zuiderdijk) die via deze poort konden worden bereikt. Hier werd zeewater verdampt om het zout te verkrijgen waar haring mee werd geconserveerd.
Later heette de poort ook Wilgenburg (voor het bolwerk waar de toren bij hoorde). In de 19e eeuw wordt de naam Drommedaris of Domburg gebruikt.Blijkbaar vond de bevolking dat het gebouw er uit zag als een „dromedaris”(met één “m”, waar die tweede „m” vandaan komt is een mysterie).Mogelijk is het gebouw vernoemd naar het VOC-schip met gelijke naam dat gebruikt werd door Jan van Riebeeck toen hij Kaap de Goede Hoop „ontdekte”.
Voor de Drommedaris staat een witte ophaalbrug (rijksmonument) die rond 1900 versmald is en de schepen toegang geeft tot de Oude Haven tussen de Paktuinen en de Dijk.
Het verdedigingswerk (onderdeel van de toenmalige stadsmuur) met geschutskelder en ruimte op de begane grond dateert uit 1540. Beide ruimtes bevatten kanonsgaten langs de wanden in nissen waar kanonnen stonden die de havens konden bestrijken. De bovenste ruimte heeft een ribgewelf.
Boven het gebouw op het dak stond een bouwsel met daarin gevangeniscellen(nu nog steeds op de eerste etage). Boven de poort is een cel voor ter dood veroordeelden, waar in het eikenhouten beschot jaartallen en soms gedichten zijn gekerfd. Buiten boven de ingang van deze poort was in witte steen het wapen van de Keizer uitgehouwen met eronder de tekst: „Salig is de Stad en hoog gepresen, die peist om oorlog in tijdt van vrede.
De verdedigingstoren waakte over de havens en de Zuiderzee en had ongeveer de helft van zijn huidige hoogte. De Drommedaris bleef (met zijn kanonnen) samen met andere verdedigingswerken het havengebied domineren.
Aan de zijkant van de Drommedaris hangen twee ankers aan de muur. Volgens een legende zouden deze zijn buitgemaakt op de Geldersen bij een mislukte aanslag op Enkhuizen in 1537 (tijdens de Gelderse Oorlogen). De Enkhuizers kregen de vijf Gelderse schepen, die ’s nachts voor anker lagen, in de gaten en verjoegen hen, waarbij de Geldersen de ankerlijnen moesten kappen. De ankers zijn vervolgens opgevist en opgehangen als zegetekenen aan de Engelse/Oost-Indische Toren (zie kaartje rechtsboven). Deze toren werd echter in 1829 gesloopt, waarna de ankers samen met de gedenksteen zijn verplaatst naar de Drommedaris.
Tussen 1649-1657 (na de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden) werd het gebouw verhoogd. Waarschijnlijk had het iets te maken met het kunnen inhangen van het inmiddels beroemde carillon. In latere tijden liep de economie van Enkhuizen enorm terug en dreigde ook de voormalige Ketenpoort te vervallen. Veel huizen in de stad werden afgebroken en de bakstenen verkocht. Gelukkig is dat nooit gebeurd met dit historisch monument.